Yukata wearing party
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Edwin
07 September 2006 | Japan, Tokio
Na heel wat gedoe en wachten was mijn internetaansluiting dan eindelijk voor elkaar.
Het is eigenlijk best gek dat ik in de loop der jaren zo afhankelijk ben geworden van techniek zoals het Internet. Maar ik kan je vertellen dat het een enorme bevrijding was dat ik eindelijk een lijn naar de buitenwereld had. Zeker omdat ik nu ook mijn huistelefoonaansluiting in orde heb, mijn auto heb en mijn keitai (mobiele telefoon) voel ik me opeens een stuk vrijer.
Dat was op zich wel een feestje waard. En dat kwam goed uit, want die avond werd er iets bijzonders georganiseerd. De Britse ambassade had namelijk voor alle buitenlanders in Kumamoto, die eens het échte Japan wilden meemaken, een Yukata (= Kimono) wearing party georganiseerd. Dit hield in dat wij (de buitenlanders) voor een avond een Yukata mochten lenen en daarin mochten feesten met een groep geselecteerde Japanners.
Dit was helemaal te gek. Toen ik in Kumamoto aankwam werd ik door een oud vrouwtje van minstens 385 jaar oud meegenomen naar de kelder van een parkeergarage. Daar maakte ze een verroeste, oude deur open. En net op het moment dat ik me afvroeg of ik nu ontvoerd werd door dit oude vrouwtje zag ik twee andere oudere dames met (gelukkig) weldegelijk de kimono’s.
Deze twee vrouwen hadden kennelijk hun hele leven gebruikt om de kunst van het traditioneel aankleden te leren. Zij waren dus de expert en zouden mij die avond dus aankleden.
Eenmaal in Kimono en met sandalen aan mijn voeten mocht ik de reis naar boven weer maken. Toen ik voor de tweede maal het restaurant betrad waar het feest zou plaatsvinden zaten er opeens heel veel Japanners die ook een Yukata aanhadden.
Er werd flink ge-kanpai-t en daarna begon de maaltijd. Kanpai is het Japanse woord voor “proost”, maar voordat iemand hier proost zegt wordt dat op een enkai altijd eerst voorafgegaan door een gigantische speech. Ik heb weleens het idee dat men echt zo lang blijft praten totdat degene die de speech verzorgt wel MOET gaan proosten om te kunnen drinken.
Na het eten werd er een Japanse versie van Bingo gespeeld. In principe verschilt die niet heel veel van een “normale” bingo, al is het zo dat je bij Japanse bingo ALTIJD prijs hebt. Iedereen wint en het gaat dus net zo lang door totdat iedereen een keer “Bingo!” heeft mogen roepen. Omdat een man tegenover ons in slaap was gevallen en dus nog geen enkel nummer had weggestreept duurde dit wel even. Uiteindelijk kreeg hij gewoon de hoofdprijs, omdat hij als laatste bingo had.
De buitenlanders op het feest (waaronder ik) werden weer eens gevraagd om een speech te doen, dus daar ging mijn, inmiddels goed-geoliede, Japanse speech weer. Daarna mochten we tot besluit nog een Engels gedicht voordragen en daarmee werd dan het feest afgesloten.
De dag daarop werd ik (positief) verrast door mijn supervisor (die inmiddels helemaal is bijgedraaid). Nadat ik eerst werd getrakteerd op een lunch in mijn favoriete Japanse restaurant hier in de buurt nam ze mij mee naar het huis van haar zwager.
Die heeft echt een bijzonder grote villa (voor Japanse begrippen dan) en wat we daar zouden doen zou ik wel leuk gaan vinden, was de enige aanwijzing die ik van mijn supervisor kon ontfutselen.
Uiteindelijk bleek dat helemaal te kloppen. Ik werd namelijk getrakteerd op een privéconcert van een mandolineclub uit Kumamoto. Erg goed, zeer bijzonder en wat leuk zeg! Na dit concert heb ik mijn Italiaans weer even kunnen afstoffen, want de dirigent en arrangeur van dit gezelschap heeft een tijd lang in Italië gewoont en zijn Italiaans was beter dan zijn Engels of mijn Japans, dus schakelden we beide over op Italiaans. Het klikte meteen en ik kreeg als geschenk zelfs een (door hem zelf vervaardigde) Shakuhachi (= Japanse bamboefluit) cadeau!
Dat is echt ontzettend stoer, al krijg ik er nog geen fatsoenlijk geluid uit. Ik vrees dat ik voor het eerst sinds jaren weer eens op muziekles moet gaan om een instrument te leren bespelen. Maar het scheelt dat ze echt 50 meter verderop shakuhachi lessen geven.
In de week daarop begon het werk hier dan eindelijk een wat verplichter karakter aan te nemen. Ik moest iedere dag van 08:00 – 17:00uur op het kantoor van het schoolbestuur verschijnen en de eerste paar dagen heb ik daar voornamelijk gebruikt om wat Kanji te leren.
De Japanse taal kent drie verschillende karaktersets. De makkelijkste (Hiragana) bestaat uit zo’n 50 karakters, de volgende (Katakana) wordt gebruikt voor leenwoorden (woorden uit een andere taal), dus is erg handig om te kunnen lezen, want daarmee kun je vaak al een heel eind komen. Als laatste heb je de moeilijkste groep karakters. Deze groep heet “Kanji”. Dit zijn eigenlijk de Chineze karakters die complete woorden vormen. Je moet die dus ook woord voor woord leren en daar ben je makkelijk nog een paar jaar zoet mee.
Nu ik Hiragana en Katakana onder de knie heb leek het me dus verstanding meteen door te gaan met Kanji.
Als ik thuis kom van mijn werk is het eerste wat ik doe de stofzuiger pakken.
Ik stofzuig bijna twee keer per dag en ik houd de afwas ook goed bij, omdat ik er in geloof dat dat een manier is om zo weinig mogelijk beesten in mijn huis te krijgen. Maar ondanks dat zag ik twee weken geleden toch opeens weer wat meer ongedierte. Ik dacht toen: nu wordt het tijd voor harde maatregelen!
Ik heb dus twee “bugbombs” laten ontploffen. Als die goed werken zouden die alle beesten in het huis moeten vergassen of op een andere manier doden.
Ik ben zelf vervolgens 5 – 6 uur weggeweest van huis en toen ik weer terug kwam verwachtte ik dus een ongediertevrij-huis aan te treffen. Helaas was niets minder waar. Het krioelde van de centepedes (sorry, maar ik ken alleen het Engelse woord hiervoor, wie de Nederlandse vertaling weet mag het zeggen), die ik vóór gisteren eigenlijk nog niet had gezien in mijn huis, maar dat zijn zo'n beetje de enige giftige en dodelijke beesten die in Japan leven. Daar was ik dus niet heel erg blij mee.
Ik loop nu dus continu op mijn tenen door het huis, heel voorzichtig om er zeker van te zijn dat ik niet per ongeluk op zo'n beest stap. Ze zijn namelijk niet zo groot, dus ze vallen niet echt heel erg op.
Mijn theorie is dat deze centepedes, die ik nu opeens wél zie, eerst onder de tatami-matten leefden en dat ze tijdens het bombardement hebben geprobeerd te vluchten of dat ze even willen laten zien dat ze het hebben overleefd.
Maar met een beetje geluk zit ik inmiddels in de laatste maand voor wat betreft enge beesten. Met uitzondering van spinnen trouwens. Die schijnen hier het hele jaar door te verschijnen met een lichaam ter grootte van een hand (waarbij de vingers dan de poten zijn van de spin).
Verder hoorde ik gisteren opeens voor het eerst dat hier ook cobra slangen voorkomen. Die zijn dus ook giftig.
Gelukkig hebben ze dan ook weer wat lieve diertjes die je af en toe kunt zien om het weer op balans te brengen. Zo zag ik gisteravond opeens een wasbeertje de weg oversteken. Al met al moet ik dit jaar wel gaan overleven, als ik maar niet de fout maak om samen met een cameraman in de oceaan te gaan zwemmen in de buurt van pijlstaartroggen.
Het is eigenlijk best gek dat ik in de loop der jaren zo afhankelijk ben geworden van techniek zoals het Internet. Maar ik kan je vertellen dat het een enorme bevrijding was dat ik eindelijk een lijn naar de buitenwereld had. Zeker omdat ik nu ook mijn huistelefoonaansluiting in orde heb, mijn auto heb en mijn keitai (mobiele telefoon) voel ik me opeens een stuk vrijer.
Dat was op zich wel een feestje waard. En dat kwam goed uit, want die avond werd er iets bijzonders georganiseerd. De Britse ambassade had namelijk voor alle buitenlanders in Kumamoto, die eens het échte Japan wilden meemaken, een Yukata (= Kimono) wearing party georganiseerd. Dit hield in dat wij (de buitenlanders) voor een avond een Yukata mochten lenen en daarin mochten feesten met een groep geselecteerde Japanners.
Dit was helemaal te gek. Toen ik in Kumamoto aankwam werd ik door een oud vrouwtje van minstens 385 jaar oud meegenomen naar de kelder van een parkeergarage. Daar maakte ze een verroeste, oude deur open. En net op het moment dat ik me afvroeg of ik nu ontvoerd werd door dit oude vrouwtje zag ik twee andere oudere dames met (gelukkig) weldegelijk de kimono’s.
Deze twee vrouwen hadden kennelijk hun hele leven gebruikt om de kunst van het traditioneel aankleden te leren. Zij waren dus de expert en zouden mij die avond dus aankleden.
Eenmaal in Kimono en met sandalen aan mijn voeten mocht ik de reis naar boven weer maken. Toen ik voor de tweede maal het restaurant betrad waar het feest zou plaatsvinden zaten er opeens heel veel Japanners die ook een Yukata aanhadden.
Er werd flink ge-kanpai-t en daarna begon de maaltijd. Kanpai is het Japanse woord voor “proost”, maar voordat iemand hier proost zegt wordt dat op een enkai altijd eerst voorafgegaan door een gigantische speech. Ik heb weleens het idee dat men echt zo lang blijft praten totdat degene die de speech verzorgt wel MOET gaan proosten om te kunnen drinken.
Na het eten werd er een Japanse versie van Bingo gespeeld. In principe verschilt die niet heel veel van een “normale” bingo, al is het zo dat je bij Japanse bingo ALTIJD prijs hebt. Iedereen wint en het gaat dus net zo lang door totdat iedereen een keer “Bingo!” heeft mogen roepen. Omdat een man tegenover ons in slaap was gevallen en dus nog geen enkel nummer had weggestreept duurde dit wel even. Uiteindelijk kreeg hij gewoon de hoofdprijs, omdat hij als laatste bingo had.
De buitenlanders op het feest (waaronder ik) werden weer eens gevraagd om een speech te doen, dus daar ging mijn, inmiddels goed-geoliede, Japanse speech weer. Daarna mochten we tot besluit nog een Engels gedicht voordragen en daarmee werd dan het feest afgesloten.
De dag daarop werd ik (positief) verrast door mijn supervisor (die inmiddels helemaal is bijgedraaid). Nadat ik eerst werd getrakteerd op een lunch in mijn favoriete Japanse restaurant hier in de buurt nam ze mij mee naar het huis van haar zwager.
Die heeft echt een bijzonder grote villa (voor Japanse begrippen dan) en wat we daar zouden doen zou ik wel leuk gaan vinden, was de enige aanwijzing die ik van mijn supervisor kon ontfutselen.
Uiteindelijk bleek dat helemaal te kloppen. Ik werd namelijk getrakteerd op een privéconcert van een mandolineclub uit Kumamoto. Erg goed, zeer bijzonder en wat leuk zeg! Na dit concert heb ik mijn Italiaans weer even kunnen afstoffen, want de dirigent en arrangeur van dit gezelschap heeft een tijd lang in Italië gewoont en zijn Italiaans was beter dan zijn Engels of mijn Japans, dus schakelden we beide over op Italiaans. Het klikte meteen en ik kreeg als geschenk zelfs een (door hem zelf vervaardigde) Shakuhachi (= Japanse bamboefluit) cadeau!
Dat is echt ontzettend stoer, al krijg ik er nog geen fatsoenlijk geluid uit. Ik vrees dat ik voor het eerst sinds jaren weer eens op muziekles moet gaan om een instrument te leren bespelen. Maar het scheelt dat ze echt 50 meter verderop shakuhachi lessen geven.
In de week daarop begon het werk hier dan eindelijk een wat verplichter karakter aan te nemen. Ik moest iedere dag van 08:00 – 17:00uur op het kantoor van het schoolbestuur verschijnen en de eerste paar dagen heb ik daar voornamelijk gebruikt om wat Kanji te leren.
De Japanse taal kent drie verschillende karaktersets. De makkelijkste (Hiragana) bestaat uit zo’n 50 karakters, de volgende (Katakana) wordt gebruikt voor leenwoorden (woorden uit een andere taal), dus is erg handig om te kunnen lezen, want daarmee kun je vaak al een heel eind komen. Als laatste heb je de moeilijkste groep karakters. Deze groep heet “Kanji”. Dit zijn eigenlijk de Chineze karakters die complete woorden vormen. Je moet die dus ook woord voor woord leren en daar ben je makkelijk nog een paar jaar zoet mee.
Nu ik Hiragana en Katakana onder de knie heb leek het me dus verstanding meteen door te gaan met Kanji.
Als ik thuis kom van mijn werk is het eerste wat ik doe de stofzuiger pakken.
Ik stofzuig bijna twee keer per dag en ik houd de afwas ook goed bij, omdat ik er in geloof dat dat een manier is om zo weinig mogelijk beesten in mijn huis te krijgen. Maar ondanks dat zag ik twee weken geleden toch opeens weer wat meer ongedierte. Ik dacht toen: nu wordt het tijd voor harde maatregelen!
Ik heb dus twee “bugbombs” laten ontploffen. Als die goed werken zouden die alle beesten in het huis moeten vergassen of op een andere manier doden.
Ik ben zelf vervolgens 5 – 6 uur weggeweest van huis en toen ik weer terug kwam verwachtte ik dus een ongediertevrij-huis aan te treffen. Helaas was niets minder waar. Het krioelde van de centepedes (sorry, maar ik ken alleen het Engelse woord hiervoor, wie de Nederlandse vertaling weet mag het zeggen), die ik vóór gisteren eigenlijk nog niet had gezien in mijn huis, maar dat zijn zo'n beetje de enige giftige en dodelijke beesten die in Japan leven. Daar was ik dus niet heel erg blij mee.
Ik loop nu dus continu op mijn tenen door het huis, heel voorzichtig om er zeker van te zijn dat ik niet per ongeluk op zo'n beest stap. Ze zijn namelijk niet zo groot, dus ze vallen niet echt heel erg op.
Mijn theorie is dat deze centepedes, die ik nu opeens wél zie, eerst onder de tatami-matten leefden en dat ze tijdens het bombardement hebben geprobeerd te vluchten of dat ze even willen laten zien dat ze het hebben overleefd.
Maar met een beetje geluk zit ik inmiddels in de laatste maand voor wat betreft enge beesten. Met uitzondering van spinnen trouwens. Die schijnen hier het hele jaar door te verschijnen met een lichaam ter grootte van een hand (waarbij de vingers dan de poten zijn van de spin).
Verder hoorde ik gisteren opeens voor het eerst dat hier ook cobra slangen voorkomen. Die zijn dus ook giftig.
Gelukkig hebben ze dan ook weer wat lieve diertjes die je af en toe kunt zien om het weer op balans te brengen. Zo zag ik gisteravond opeens een wasbeertje de weg oversteken. Al met al moet ik dit jaar wel gaan overleven, als ik maar niet de fout maak om samen met een cameraman in de oceaan te gaan zwemmen in de buurt van pijlstaartroggen.
-
07 September 2006 - 11:27
Guz:
al die beesten klinkt inderdaad geweldig, vooral de giftige cobra's en grote spinnen lijken mij een uitdaging!!! als ik ooit naar japan ga weet ik alvast dat ik in dat gebied zeker niet moet komen! haha -
07 September 2006 - 11:34
Marieke:
AAAH! Nee, Edwin, heb je die spinnen net zo groot als een hand ook al in je huis gezien??? Ben je dan nog een beetje op je gemak in je huis? Hou de stofzuiger maar dichtbij! Of zo'n electrische mepper! Succes ermee!
-
07 September 2006 - 11:35
Frans:
een centipede (dus niet centepede) is volgens het woordenboek gewoon een duizendpoot.
papa -
07 September 2006 - 11:47
Erik Spaan:
Aanvulling bij Frans:
Afkomstig van de latijnse woorden voor honderd en voet. Had een talenknobel als jij vast af kunnen leiden :p -
07 September 2006 - 11:57
Itgen:
Klink goed allemaal.Leuk om up to date te zijn. Welk een avonturen!
Ben benieuwd wanneer we op Animal Planet de opvolger van de Serie 'The Crocodile Hunter' te zien krijgen: 'The Insect Samurai'.
Veel Plezier daar.
Gr.
Itgen -
07 September 2006 - 12:50
Wim En Marian:
Edwin,
Ik heb al kippenvel als ik het lees. Ben blij dat ik niet in jouw schoenen sta.
Wees voorzichtig, volgend jaar verwachten je in levenlijve weer achter de drum.
Toi toi, Wim en Marian. -
07 September 2006 - 13:42
Martijn:
Dus Steve Irwin wordt Steve Edwin.....sterkte -
07 September 2006 - 15:19
Marvin:
Eddie, die vriendelijke wasbeertjes zijn wel erg territoriaal. Ik heb ze in Californie ook gezien en ze lieten me met rust omdat ik niet binnen een meter afstand kwam. Aai ze maar niet die lieve diertjes, ze kunnen venijnig bijten ;-)
Groetjes en veel plezier daar. -
07 September 2006 - 18:15
Frank:
op passen voor banzaai spinnen. Die schijnen hard aan te komen als ze zich vanaf het plafond het liefst in open monden storten.
Slaap zacht -
07 September 2006 - 21:03
Teddy:
Ondanks de enge beesten kun je daar wel erg oud worden...
Groetjes! -
07 September 2006 - 22:09
Nina:
Ik heb er even over gedaan om weer helemaal bij te lezen! Maar het is me gelukt!
Ik ga maar niet bij elk verhaal reageren Dus hier voor de laatste 4:
Wat ontzettend leuk allemaal! Gelukkig dat je het met je supervisor nu wel goed kunt vinden, anders hadden het nog wel vervelende maanden kunnen worden!! Dit beloofd een stuk beter te worden!
Al die beestjes, gezellig, je bent iig nooit alleen..
Heel veel plezier en hoop dat je de rest van de tijd net enthousiast blijft!
Ik denk aan je!
Liefs, Nien... -
07 September 2006 - 22:16
Koen:
Aan onze wereldreiziger, wat maak je toch een hoop mee! Spanning, actie en sensatie ten top! Erg tof om je avonturen mee te beleven..zo zijn al je vrienden er toch een beetje bij..Een ding is zeker: je hebt wel een talenknobbel, is russisch niets voor jou? Gr. Koen -
08 September 2006 - 22:18
Tom:
Edwin nu je eindelijk een shakuhachi bemachtigt hebt moet je maar snel vragen (aan een vrouw) of dat ze je shakuhachi wil bespelen. Gegarandeerd een heftige reactie!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley