Strijken als Barbie
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Edwin
09 September 2006 | Japan, Tokio
Tot nu toe klinkt het allemaal nog erg relaxed wat ik hier aan het doen ben en een aantal mensen vroeg zich dan ook af of ik ook nog aan werken toe kom. Om die mensen gerust te stellen zal ik in deze post proberen ook daar wat aandacht aan te geven.
Sowieso zal ik proberen, nu ik toch wat meer ritme en structuur in mijn leventje heb aangebracht, om een beeld te schetsen van het “gewone” dagelijkse leven in Yamato-cho.
Yamato-cho is een plattelandsdorp. Veel rijstvelden, aardappelvelden, thee- en tabakplanten, erg mooie bergen en bossen en er heerst een sfeer van “ons-kent-ons”.
Iedereen weet precies van elkaar wie hij/zij is en wat hij/zij doet in het dagelijks leven.
Ik krijg de indruk dat iedereen elkaar steunt, zodat de gemeenschap zo kan overleven zoals die nu is.
Ondanks het kleine en intieme karakter van het dorp beslaat het de nodige kilometers. Bij mijn huis in de buurt staan de huizen wat verder van elkaar af, maar op zo’n twintig minuten rijden van mijn huis (naar het westen toe) en ongeveer een kwartier rijden (naar het Oosten) kom je ook wel wat dichter bevolkte gebieden tegen, die doen denken aan kleine a Franse stadjes of de wat meer armoedige, kleine dorpjes in de USA.
Voor de dagelijkse boodschappen zou ik terecht moeten kunnen in een klein supermarktje zo’n vijf minuten bij mij vandaan, maar gezien het feit dat dit meer een soort van campingwinkel-achtige supermarkt is en ik kennelijk wat meer eisen heb, rijd ik meestal een half uurtje verder om mijn boodschappen te doen bij de dichtstbijzijnde échte supermarkt.
Zelfs daar verkopen ze niet erg veel verschillende producten als het gaat om bijvoorbeeld groenten, fruit en kruiden, dus mocht ik op zoek zijn naar specifieke dingen dan moet ik zelfs twee uur rijden om bij een supermarkt te komen met een wat groter assortiment.
Al heeft het af en toe ook wel wat om te stuntelen met slechts de lokale producten uit Yamato-cho.
Zo probeerde ik op een gegeven moment een recept van Jamie Oliver te maken, maar de enige ingrediënten die overeen kwamen met het recept waren: zout, peper, citroen en olijfolie. De rest moest ik met veel fantasie maar vervangen door lokale producten. Dat leverde een zeer interessante, maar geslaagde, versie op van deze salade.
Zonder de juiste ingrediënten ziet het er wellicht iets minder feestelijk/lekker uit (en voorlopig heb ik natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal voor de versie van Jamie Oliver), maar deze salade was verbazingwekkend lekker!
Dat moet ik dus vaker gaan doen, stoeien met rare producten en een beetje van Jamie Oliver.
Eten doe ik hier overigens trouw met hashi (eetstokjes), ook al ben ik alleen. Voor mij hoort dat gewoon bij het leven dat ik hier leid. Zo zit ik dus ook aan een (veel te) laag tafeltje op mijn tatami-mat. Sterker nog: ik heb niet eens een “Westerse eettafel”.
Net als mijn eettafeltje is het strijkwerk ook een verhaal appart. Ik heb het gevoel alsof ik met een poppenhuis-strijkplankje mijn kleding moet zien te strijken en dus verbaas ik me er elke keer weer over als het me dan tóch is gelukt om een shirt te strijken die acht keer zo groot is als mijn strijkplank.
Ik sta elke dag om 06:45uur op. Dan laat ik de “kohi” (koffie) lekker pruttelen in de “daidokoro” (keuken), terwijl ik mezelf was, aankleed en snel mijn e-mail check. Daarna maak ik afwisselend een Engels, Amerikaans, Japans of Nederlands ontbijt en raap ik snel de spullen bij elkaar om naar mijn werk te rijden.
Om 08:00uur begint mijn officiële werkdag. Na een koor van “ohayo gozaimasu!” (goedemorgen) neem ik plaats achter mijn bureau en kan ik meteen gaan ploeteren. Meestal ligt er rond die tijd namelijk al wel een Japanse brief op mijn desk die vertelt wat er gedaan moet worden.
Om 08:15uur is er dan een ochtendvergadering. Ik staak mijn bezigheden dan dus even om op te staan, een buiging te maken en te luisteren naar de fijne Japanse klanken, waarvan ik vervolgens 90% niet versta tijdens zo’n bijeenkomst.
Als iedereen uitgeraast is vraag ik even snel aan mijn collega Engels of er nog belangrijke punten zijn besproken en daarna ga ik weer aan het werk.
Dit werk verschilt enorm en is geen dag het zelfde. De enige overeenkomst die het heeft is dat het iets met: Engels, nakijken, vertalen, voorbereiden, opzoeken, lezen, organiseren of internationalisering te maken heeft.
Om 08:40uur begint de eerste les. Lessen in Japan duren 50 minuten, m.u.v. basisscholen, waar de lessen 45 minuten duren.
Meestal hoef ik maar twee, drie of vier klassen per dag les te geven, want de scholen in Yamato-cho zijn nu eenmaal niet zo groot in termen van het leerlingenaantal.
De grootste middelbareschool heeft hier slechts 123 leerlingen.
Het gemiddelde schoolgebouw ziet er zeer ouderwets uit en heeft niet echt heel veel faciliteiten. Toch heb ik bij mijn eerste paar lessen gebruik kunnen maken van een beamer en een laptop (welliswaar die van mijzelf) met PowerPoint.
De leerlingen lopen allemaal rond in uniform. Voor de jongens betekent dat: een witte blouse met een zwarte pantalon. De meisjes lopen rond in matrozenpakjes en elk moment verwacht ik dat Kapitein Iglo onder een rokje vandaan komt. Ik zal proberen binnenkort wat foto’s te maken, zodat je begrijpt waar ik het over heb.
De schoenen die de leerlingen dragen geven (door de kleur) aan of een leerling in de eerste, tweede of derde klas zit.
Docenten lopen op blote voeten of op slippers/pantoffels. Ja, hier kun je het als docent inderdaad nog op je sloffen doen, want de leerlingen zijn redelijk gedisciplineerd, gemotiveerd, streverig en meestal vrolijk. Misschien komt dit laatste omdat er niet zoveel van ze verwacht wordt en omdat ze geen huiswerk hebben.
Iedere les begint keurig met een “Good morning Mr. Edwin sensei!”, waarna de leerlingen een buiging maken en ik hun begroet met “Good morning class!” en eveneens een buiging maak.
In heel Japan gebruiken ze hetzelfde boek voor Engels, wat hen is opgedragen door de Japanse regering. Het is een verschrikkelijk boek en de meeste docenten hebben er dan ook een hekel aan, waardoor iedereen hier geprikkelt is om zelf wat materialen in elkaar te stampen.
Na iedere les klinkt de “Big Ben” en weten de leerlingen dat de les er weer op zit.
Om 12:30uur heeft de hele school een gezamenlijke lunch. Dit is tevens de enige pauze, al hebben de leerlingen wel 10 minuten de tijd om van het ene lokaal naar het andere te lopen tussen de lessen door.
Ik probeer tijdens de lunch steeds aan te schuiven bij andere leerlingen. Maar sommige leerlingen zijn zo enthousiast dat ze al bij (mijn) binnenkomst in de lunchruimte beginnen te roepen: “Mr. Edwin sensei, over here, please!”
Een leerling uit de derde gaat vervolgens voor in het gebed voor de maaltijd. De hele school klapt tegelijkertijd één keer in de handen en zegt: “itadakimasu!” (wat ik maar even vrij vertaal met: “eetsmakelijk”) en na de lunch gebeurt hetzelfde nogmaals, al zeggen de leerlingen dan: “Gochisou samadeshita!” (dit is zoiets als: “wat een traktatie”, “bedankt voor de maaltijd” of “goeden bekomst”).
De schoollunch verschilt sterk in kwaliteit van dag tot dag en van school tot school.
Gisteren was de lunch bijvoorbeeld echt niet te vreten, maargoed, het is vast beter dan wat mensen in Lesotho te eten krijgen (om maar iets te noemen), dus ik zou eigenlijk niet moeten klagen.
Iedereen ruimt netjes zijn/haar spullen op, de tafels worden door leerlingen afgenomen en de vloer wordt snel schoongemaakt (ook weer door leerlingen).
Volgens mij is de grote bezuinigingtruc in scholen hier dat ze geen schoonmakers nodig hebben. Alles wordt gedaan door de leerlingen en leraren.
Na de lunch volgt er namelijk een opruim-uur. De muziek gaat dan aan en iedereen in school werkt mee om: ramen te lappen, de vloer te boenen, te vegen, te stoffen, etc.
To be continued...
Sowieso zal ik proberen, nu ik toch wat meer ritme en structuur in mijn leventje heb aangebracht, om een beeld te schetsen van het “gewone” dagelijkse leven in Yamato-cho.
Yamato-cho is een plattelandsdorp. Veel rijstvelden, aardappelvelden, thee- en tabakplanten, erg mooie bergen en bossen en er heerst een sfeer van “ons-kent-ons”.
Iedereen weet precies van elkaar wie hij/zij is en wat hij/zij doet in het dagelijks leven.
Ik krijg de indruk dat iedereen elkaar steunt, zodat de gemeenschap zo kan overleven zoals die nu is.
Ondanks het kleine en intieme karakter van het dorp beslaat het de nodige kilometers. Bij mijn huis in de buurt staan de huizen wat verder van elkaar af, maar op zo’n twintig minuten rijden van mijn huis (naar het westen toe) en ongeveer een kwartier rijden (naar het Oosten) kom je ook wel wat dichter bevolkte gebieden tegen, die doen denken aan kleine a Franse stadjes of de wat meer armoedige, kleine dorpjes in de USA.
Voor de dagelijkse boodschappen zou ik terecht moeten kunnen in een klein supermarktje zo’n vijf minuten bij mij vandaan, maar gezien het feit dat dit meer een soort van campingwinkel-achtige supermarkt is en ik kennelijk wat meer eisen heb, rijd ik meestal een half uurtje verder om mijn boodschappen te doen bij de dichtstbijzijnde échte supermarkt.
Zelfs daar verkopen ze niet erg veel verschillende producten als het gaat om bijvoorbeeld groenten, fruit en kruiden, dus mocht ik op zoek zijn naar specifieke dingen dan moet ik zelfs twee uur rijden om bij een supermarkt te komen met een wat groter assortiment.
Al heeft het af en toe ook wel wat om te stuntelen met slechts de lokale producten uit Yamato-cho.
Zo probeerde ik op een gegeven moment een recept van Jamie Oliver te maken, maar de enige ingrediënten die overeen kwamen met het recept waren: zout, peper, citroen en olijfolie. De rest moest ik met veel fantasie maar vervangen door lokale producten. Dat leverde een zeer interessante, maar geslaagde, versie op van deze salade.
Zonder de juiste ingrediënten ziet het er wellicht iets minder feestelijk/lekker uit (en voorlopig heb ik natuurlijk geen vergelijkingsmateriaal voor de versie van Jamie Oliver), maar deze salade was verbazingwekkend lekker!
Dat moet ik dus vaker gaan doen, stoeien met rare producten en een beetje van Jamie Oliver.
Eten doe ik hier overigens trouw met hashi (eetstokjes), ook al ben ik alleen. Voor mij hoort dat gewoon bij het leven dat ik hier leid. Zo zit ik dus ook aan een (veel te) laag tafeltje op mijn tatami-mat. Sterker nog: ik heb niet eens een “Westerse eettafel”.
Net als mijn eettafeltje is het strijkwerk ook een verhaal appart. Ik heb het gevoel alsof ik met een poppenhuis-strijkplankje mijn kleding moet zien te strijken en dus verbaas ik me er elke keer weer over als het me dan tóch is gelukt om een shirt te strijken die acht keer zo groot is als mijn strijkplank.
Ik sta elke dag om 06:45uur op. Dan laat ik de “kohi” (koffie) lekker pruttelen in de “daidokoro” (keuken), terwijl ik mezelf was, aankleed en snel mijn e-mail check. Daarna maak ik afwisselend een Engels, Amerikaans, Japans of Nederlands ontbijt en raap ik snel de spullen bij elkaar om naar mijn werk te rijden.
Om 08:00uur begint mijn officiële werkdag. Na een koor van “ohayo gozaimasu!” (goedemorgen) neem ik plaats achter mijn bureau en kan ik meteen gaan ploeteren. Meestal ligt er rond die tijd namelijk al wel een Japanse brief op mijn desk die vertelt wat er gedaan moet worden.
Om 08:15uur is er dan een ochtendvergadering. Ik staak mijn bezigheden dan dus even om op te staan, een buiging te maken en te luisteren naar de fijne Japanse klanken, waarvan ik vervolgens 90% niet versta tijdens zo’n bijeenkomst.
Als iedereen uitgeraast is vraag ik even snel aan mijn collega Engels of er nog belangrijke punten zijn besproken en daarna ga ik weer aan het werk.
Dit werk verschilt enorm en is geen dag het zelfde. De enige overeenkomst die het heeft is dat het iets met: Engels, nakijken, vertalen, voorbereiden, opzoeken, lezen, organiseren of internationalisering te maken heeft.
Om 08:40uur begint de eerste les. Lessen in Japan duren 50 minuten, m.u.v. basisscholen, waar de lessen 45 minuten duren.
Meestal hoef ik maar twee, drie of vier klassen per dag les te geven, want de scholen in Yamato-cho zijn nu eenmaal niet zo groot in termen van het leerlingenaantal.
De grootste middelbareschool heeft hier slechts 123 leerlingen.
Het gemiddelde schoolgebouw ziet er zeer ouderwets uit en heeft niet echt heel veel faciliteiten. Toch heb ik bij mijn eerste paar lessen gebruik kunnen maken van een beamer en een laptop (welliswaar die van mijzelf) met PowerPoint.
De leerlingen lopen allemaal rond in uniform. Voor de jongens betekent dat: een witte blouse met een zwarte pantalon. De meisjes lopen rond in matrozenpakjes en elk moment verwacht ik dat Kapitein Iglo onder een rokje vandaan komt. Ik zal proberen binnenkort wat foto’s te maken, zodat je begrijpt waar ik het over heb.
De schoenen die de leerlingen dragen geven (door de kleur) aan of een leerling in de eerste, tweede of derde klas zit.
Docenten lopen op blote voeten of op slippers/pantoffels. Ja, hier kun je het als docent inderdaad nog op je sloffen doen, want de leerlingen zijn redelijk gedisciplineerd, gemotiveerd, streverig en meestal vrolijk. Misschien komt dit laatste omdat er niet zoveel van ze verwacht wordt en omdat ze geen huiswerk hebben.
Iedere les begint keurig met een “Good morning Mr. Edwin sensei!”, waarna de leerlingen een buiging maken en ik hun begroet met “Good morning class!” en eveneens een buiging maak.
In heel Japan gebruiken ze hetzelfde boek voor Engels, wat hen is opgedragen door de Japanse regering. Het is een verschrikkelijk boek en de meeste docenten hebben er dan ook een hekel aan, waardoor iedereen hier geprikkelt is om zelf wat materialen in elkaar te stampen.
Na iedere les klinkt de “Big Ben” en weten de leerlingen dat de les er weer op zit.
Om 12:30uur heeft de hele school een gezamenlijke lunch. Dit is tevens de enige pauze, al hebben de leerlingen wel 10 minuten de tijd om van het ene lokaal naar het andere te lopen tussen de lessen door.
Ik probeer tijdens de lunch steeds aan te schuiven bij andere leerlingen. Maar sommige leerlingen zijn zo enthousiast dat ze al bij (mijn) binnenkomst in de lunchruimte beginnen te roepen: “Mr. Edwin sensei, over here, please!”
Een leerling uit de derde gaat vervolgens voor in het gebed voor de maaltijd. De hele school klapt tegelijkertijd één keer in de handen en zegt: “itadakimasu!” (wat ik maar even vrij vertaal met: “eetsmakelijk”) en na de lunch gebeurt hetzelfde nogmaals, al zeggen de leerlingen dan: “Gochisou samadeshita!” (dit is zoiets als: “wat een traktatie”, “bedankt voor de maaltijd” of “goeden bekomst”).
De schoollunch verschilt sterk in kwaliteit van dag tot dag en van school tot school.
Gisteren was de lunch bijvoorbeeld echt niet te vreten, maargoed, het is vast beter dan wat mensen in Lesotho te eten krijgen (om maar iets te noemen), dus ik zou eigenlijk niet moeten klagen.
Iedereen ruimt netjes zijn/haar spullen op, de tafels worden door leerlingen afgenomen en de vloer wordt snel schoongemaakt (ook weer door leerlingen).
Volgens mij is de grote bezuinigingtruc in scholen hier dat ze geen schoonmakers nodig hebben. Alles wordt gedaan door de leerlingen en leraren.
Na de lunch volgt er namelijk een opruim-uur. De muziek gaat dan aan en iedereen in school werkt mee om: ramen te lappen, de vloer te boenen, te vegen, te stoffen, etc.
To be continued...
-
09 September 2006 - 09:34
Teddy:
Wat kunnen sommige mensen toch vreemde ideeen hebben over een relaxed leven; zoveel nieuwe mensen, zo'n andere omgeving, zulke onbekende geuren... allemaal nieuw en je zult toch zo vaak 's ochtends uit bed moeten stappen terwijl je er de avond ervoor als een dronken lor ingetuimeld bent.
Bizar dat dit een relaxed leven zou kunnen voorstellen. -
09 September 2006 - 16:09
Debbie:
ook nog een vacature economie daar??
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley