Brand in Aso...
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Edwin
19 Maart 2007 | Japan, Tokio
Dit weekend stond bol met activiteiten.
Ten eerste ging ik vrijdag met school naar Nippon Ichi 3333 Dan. Dit is een gigantische beklimming van (misschien wel) de langste trap met de meeste treden ter wereld. Deze stenen trap heeft namelijk 3333 traptreden en als je het zo ziet lijkt het misschien mee te vallen, maar ik kan je verzekeren dat je na traptrede 1000 toch wel zoiets begint te krijgen van: “Zijn we er nog niet?” Bij trede 2000 beginnen je bovenbenen lichtelijk te protesteren en op het moment dat je de top bereikt voel je de pijn niet meer. Je wordt dan wel getrakteerd op een tempel die op zich niet onaardig is, maar wanneer je weer naar beneden gaat en je ziet je benen trillen dan denk je toch: “Nee, dat doen we dus niet meer”.
Eerder dit jaar had ik deze trap/berg echter ook al beklommen, dus kennelijk doe ik het toch wel weer. Die keer was ik alleen en dat was even een stukje pittiger. Als je met een groep bent kun je je optrekken aan de rest van de groep en met hier en daar een praatje lijkt de tijd ook wat sneller voorbij te gaan. Een ander voordeel was dat het nu nog licht was. De vorige keer begon ik de beklimming namelijk tijdens de schemering en tegen de tijd dat ik boven kwam zag ik helemaal niets meer. Het was echt gruwelijk donker en ik besloot dat ik eigenlijk eerder al terug had moeten keren. Zeker toen ik plotseling achter mij een enorme schreeuw of gil hoorde van iets of iemand waarvan ik geen idee had wie of wat het was en waar het vandaan kwam. Op dat moment kan ik je verzekeren dat je even vergeet hoe lang de terugweg is en zonder erbij na te denken begin je dan zo hard mogelijk naar beneden te rennen als je kunt. Af en toe vraag je jezelf af, terwijl je naar beneden aan het rennen bent: zou het sneller gaan als ik via de trapleuning naar beneden glijd of overleef ik dat niet en moet ik toch maar blijven rennen?
Afgelopen vrijdag hadden we toch wel een hele andere afdaling. Deze keer gingen we in de polonaise naar beneden onder luidkeels gezang van het carnavalslied uit de Efteling. Heerlijk fout, maar alles mag natuurlijk onder het motto van “Internationalisering”.
Op zaterdag was het meest spectaculaire onderdeel van het vuurfestival in Aso, de plaats waar alleen maar aso’s wonen... euh... ik bedoel waar Mount Aso, de beroemde vulkaan, te vinden is.
Voordat het zover was ging ik samen met een Japanse vriendin van mij even wat rondtoeren in de omgeving met haar auto. En uiteindelijk, toen we de auto hadden geparkeerd om een wandeltocht te maken, kwamen we nog wat Amerikaanse vrienden van mij tegen. Met deze groep maakten we een tocht door de bossen en over bergen om zo bij een heel klein, niets voorstellend, kapelletje te komen. Daarna vervolgden we de tocht om een waterval te bekijken, hiervan was helaas het bergwater nog bevroren, waardoor er weinig water stroomde. Echter, het was nog steeds een adembenemend gezicht. Zeker toen kort daarna de avond viel en we konden genieten van een prachtige zonsondergang.
Goed. Het was dus avond en dat betekende dat het tijd was voor het vuurspektakel. Ze hadden op deze dag namelijk vuurwerk en vervolgens verschenen er enorm grote Kanji karakters (Chinese karakters), gemaakt van fakkels waarmee de grootste bergen in de omgeving belicht werden. Op deze bergen waren de karakters “HI” (vuur) te lezen. Uiteraard ging dit festival gepaard met de nodige Japanse eettentjes en volgelopen izakaya’s (Japanse kroegen).
’s Avonds was er dan nog een groot feest in verband met St. Patrick’s Day.
Op zondag ben ik samen met wat Japanse vrienden nog even een stuk gaan wandelen door de natuur vlakbij mijn huis. Aan watervallen en mooie bossen in mijn omgeving geen gebrek en dus kregen we de tijd wel weer gevuld.
’s Avonds was er een Internationaal bowlingtoernooi in Kumamoto. Ik was uitgenodigd voor het Europese team. Samen met Glenn (een Ierse vriend van mij), Divina (een Duitse vriendin) en Rafi (sinds gisteren een nieuwe vriend van mij uit Frankrijk) mochten wij het opnemen tegen een groepje Japanners.
Voordat het zover was stapten we eerst nog even naar binnen bij het allerslechtste Chinese restaurant uit de geschiedenis van Chinees eten. Drie mensen van onze groep moesten letterlijk naar de W.C. rennen om het naar binnen gewerkte voedsel weer zo snel mogelijk uit hun lichaam te verwijderen. En ik moet zeggen dat ik vanochtend ook nog precies kon proeven wat ik gisteravond had gegeten.
Gewapend met een slechte vorm, een paar ziek geworden mensen en een nare, slechte smaak in onze mond gingen we naar de bowlingbaan. Gelukkig waren er meerdere mensen ziek geworden en werd er besloten af te stappen van het wedstrijdelement.
Er werden nieuwe teams gemaakt, waardoor ik nu samen met Rafi (de Fransman) en twee Japanners in een team terecht kwam en we bowlden nu gewoon puur voor de lol.
Dat lukte erg goed. De sfeer was geweldig en we hebben erg veel lol gehad.
Na het bowlen heb ik er toch nog voor gezorgd dat het Wilhelmus even te horen was. We gingen namelijk toch nog een klein wedstrijdje houden. Dit maal ging het om de Frans, Duitse, Japanse en Nederlandse (kortweg: wereld-) “kampioenschappen” poolbiljart. Ik geloof dat ik al niet meer had gepoold sinds 1999 of zo, maar met een beetje geluk wist ik toch te winnen. En zo kwam er een gelukkig einde aan dit volgepakte weekend.
Ten eerste ging ik vrijdag met school naar Nippon Ichi 3333 Dan. Dit is een gigantische beklimming van (misschien wel) de langste trap met de meeste treden ter wereld. Deze stenen trap heeft namelijk 3333 traptreden en als je het zo ziet lijkt het misschien mee te vallen, maar ik kan je verzekeren dat je na traptrede 1000 toch wel zoiets begint te krijgen van: “Zijn we er nog niet?” Bij trede 2000 beginnen je bovenbenen lichtelijk te protesteren en op het moment dat je de top bereikt voel je de pijn niet meer. Je wordt dan wel getrakteerd op een tempel die op zich niet onaardig is, maar wanneer je weer naar beneden gaat en je ziet je benen trillen dan denk je toch: “Nee, dat doen we dus niet meer”.
Eerder dit jaar had ik deze trap/berg echter ook al beklommen, dus kennelijk doe ik het toch wel weer. Die keer was ik alleen en dat was even een stukje pittiger. Als je met een groep bent kun je je optrekken aan de rest van de groep en met hier en daar een praatje lijkt de tijd ook wat sneller voorbij te gaan. Een ander voordeel was dat het nu nog licht was. De vorige keer begon ik de beklimming namelijk tijdens de schemering en tegen de tijd dat ik boven kwam zag ik helemaal niets meer. Het was echt gruwelijk donker en ik besloot dat ik eigenlijk eerder al terug had moeten keren. Zeker toen ik plotseling achter mij een enorme schreeuw of gil hoorde van iets of iemand waarvan ik geen idee had wie of wat het was en waar het vandaan kwam. Op dat moment kan ik je verzekeren dat je even vergeet hoe lang de terugweg is en zonder erbij na te denken begin je dan zo hard mogelijk naar beneden te rennen als je kunt. Af en toe vraag je jezelf af, terwijl je naar beneden aan het rennen bent: zou het sneller gaan als ik via de trapleuning naar beneden glijd of overleef ik dat niet en moet ik toch maar blijven rennen?
Afgelopen vrijdag hadden we toch wel een hele andere afdaling. Deze keer gingen we in de polonaise naar beneden onder luidkeels gezang van het carnavalslied uit de Efteling. Heerlijk fout, maar alles mag natuurlijk onder het motto van “Internationalisering”.
Op zaterdag was het meest spectaculaire onderdeel van het vuurfestival in Aso, de plaats waar alleen maar aso’s wonen... euh... ik bedoel waar Mount Aso, de beroemde vulkaan, te vinden is.
Voordat het zover was ging ik samen met een Japanse vriendin van mij even wat rondtoeren in de omgeving met haar auto. En uiteindelijk, toen we de auto hadden geparkeerd om een wandeltocht te maken, kwamen we nog wat Amerikaanse vrienden van mij tegen. Met deze groep maakten we een tocht door de bossen en over bergen om zo bij een heel klein, niets voorstellend, kapelletje te komen. Daarna vervolgden we de tocht om een waterval te bekijken, hiervan was helaas het bergwater nog bevroren, waardoor er weinig water stroomde. Echter, het was nog steeds een adembenemend gezicht. Zeker toen kort daarna de avond viel en we konden genieten van een prachtige zonsondergang.
Goed. Het was dus avond en dat betekende dat het tijd was voor het vuurspektakel. Ze hadden op deze dag namelijk vuurwerk en vervolgens verschenen er enorm grote Kanji karakters (Chinese karakters), gemaakt van fakkels waarmee de grootste bergen in de omgeving belicht werden. Op deze bergen waren de karakters “HI” (vuur) te lezen. Uiteraard ging dit festival gepaard met de nodige Japanse eettentjes en volgelopen izakaya’s (Japanse kroegen).
’s Avonds was er dan nog een groot feest in verband met St. Patrick’s Day.
Op zondag ben ik samen met wat Japanse vrienden nog even een stuk gaan wandelen door de natuur vlakbij mijn huis. Aan watervallen en mooie bossen in mijn omgeving geen gebrek en dus kregen we de tijd wel weer gevuld.
’s Avonds was er een Internationaal bowlingtoernooi in Kumamoto. Ik was uitgenodigd voor het Europese team. Samen met Glenn (een Ierse vriend van mij), Divina (een Duitse vriendin) en Rafi (sinds gisteren een nieuwe vriend van mij uit Frankrijk) mochten wij het opnemen tegen een groepje Japanners.
Voordat het zover was stapten we eerst nog even naar binnen bij het allerslechtste Chinese restaurant uit de geschiedenis van Chinees eten. Drie mensen van onze groep moesten letterlijk naar de W.C. rennen om het naar binnen gewerkte voedsel weer zo snel mogelijk uit hun lichaam te verwijderen. En ik moet zeggen dat ik vanochtend ook nog precies kon proeven wat ik gisteravond had gegeten.
Gewapend met een slechte vorm, een paar ziek geworden mensen en een nare, slechte smaak in onze mond gingen we naar de bowlingbaan. Gelukkig waren er meerdere mensen ziek geworden en werd er besloten af te stappen van het wedstrijdelement.
Er werden nieuwe teams gemaakt, waardoor ik nu samen met Rafi (de Fransman) en twee Japanners in een team terecht kwam en we bowlden nu gewoon puur voor de lol.
Dat lukte erg goed. De sfeer was geweldig en we hebben erg veel lol gehad.
Na het bowlen heb ik er toch nog voor gezorgd dat het Wilhelmus even te horen was. We gingen namelijk toch nog een klein wedstrijdje houden. Dit maal ging het om de Frans, Duitse, Japanse en Nederlandse (kortweg: wereld-) “kampioenschappen” poolbiljart. Ik geloof dat ik al niet meer had gepoold sinds 1999 of zo, maar met een beetje geluk wist ik toch te winnen. En zo kwam er een gelukkig einde aan dit volgepakte weekend.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley